Introductie van de Shiba.


De Shiba is een pittige, dicht bij de natuur staande, energieke hond van bescheiden formaat. De bescheidenheid blijft behouden bij zijn afmeting, want hij is een trotse, zelfbewuste hond die wel iets katachtigs heeft. Hij is vrolijk en verzint spelletjes die hij eindeloos kan volhouden. Hij is waaks en slaat groot alarm als er iemand voor je deur staat. Hij kan terughoudend zijn naar vreemden, maar er zijn ook Shiba’s die behoorlijk open zijn. Hij is zelfstandig van aard en niet honkvast. Waar u bij aanschaf van een Shiba rekening mee dient te houden, is zijn vermogen tot uitbreken. De Shiba is instaat om over een hek van 1.50 meter te springen. Bovendien is hij razend snel in het zich een weg naar buiten te graven. Wanneer je, je Shiba veel in je tuin laat, is dit zeker iets om rekening mee te houden. Het beste is een stuk tuin voor hem af te zetten waar hij naar hartenlust kan graven zonder je gazon te ruineren.


Het is ongetwijfeld al meer dan 3000 jaar geleden dat dit kleine stevige, pientere hondje zijn spitse snuit op de Japanse archipel liet zien.

Hij wordt beschouwd als een van de oudste Japanse rashonden. Maar hoe kwam hij in Japan terecht? Waarschijnlijk was hij uit het zuiden van China afkomstig, waar wilde hondachtigen leefden die sterke overeenkomsten met hem vertoonden. Hij zou met de mensenstroom mee, via Korea, het eiland Honshu hebben bereikt, het grootste eiland van de archipel.

Aan het eind van 1991 waren er meer dan 50 Shiba’s in Nederland, waarvan verscheidene Nederlands kampioen en meervoudig Europees kampioen waren. Twee reuen werden wereldkampioen en één reu haalde de titel zelfs twee keer. Eén teef, Nederlands kampioen, was ook succes vol op de wereldtentoonstellingen in Denemarken, vele Shiba’s wonnen internationale titels, ofschoon de titel internationaal kampioen niet eerder wordt afgegeven voor er een werkproef was afgenomen. Tot dusver is dit niet mogelijk geweest, daar niemand precies weet hoe dit geregeld moest worden, twee Shiba’s waren gekwalificeerd voor de hond van het jaar competitie (1989 en 1990) door het behalen van hoge punten voor de beste van het ras, beste van de groep en de plaatsing bij de eerste vijf tophonden CAC-CACIB shows. Goede bloedlijnen werden geïmporteerd uit Engeland, Denemarken, Zweden Japan, Italië en uit combinaties van al deze lijnen met Amerikaanse Shiba’s. Er is nu dan ook een grote genetische pot beschikbaar in Nederland die mettertijd nog betere Shiba’s moet voortbrengen als het fokken en keuren wordt gedaan met een intelligente aanpak volgens de standaard opgesteld door de Nippon Club van Japan en goed gekeurd door de F.C.I. Enkele tweede generatie Shiba’s hebben reeds hun ouders verbeterd, hetgeen ook de normale gang van zaken dient te zijn.

In 2005 kregen wij onze eerste Shiba en daar voor moest ik een flink stuk rijden, maar mijn verlangen een Shiba te krijgen was zo groot dat ik opgewekt naar de maan zou hebben gereisd! Onze eerste reactie bij het zien van de puppy’s was dat het al onze inspanning waard was geweest. Hij woog ongeveer 3 kilo en leek een beetje op een vosje of een rode koalabeer met de lenigheid van een aap en de nieuwsgierigheid en motivatie van een jong intelligent kind. Ik was gewend aan een Duitse herdershond met grote oren. Deze Shiba pup had smalle driehoekige oren die spits, in een fijne punt uitliepen en naar voren waren gespitst, hetgeen wat hem een alerte verschijning gaf. Eerlijk hij leek zo intelligent dat hij geen woord wilde missen van wat wij zeiden. Zijn erg donkerbruine ogen, schuin omhoog naar de oor inzet, waren helder en straalden pret en ondeugd uit. Ik stond werkelijk met pure bewondering naar hem te kijken. Op zijn beurt keek hij naar mij op, met zijn hoofd iets schuin naar een kant, alsof hij iets van mij verwachte. Plotseling en zonder aarzeling sprong deze onverschrokken kleine knaap van uit staande positie recht in mijn armen. Ik was totaal verrast door zijn snelheid. Hij onderzocht mijn neus, de binnenkant van mijn oren en mijn kapsel. Als ik hem daartoe de kans had gegeven zou hij mijn tanden hebben geteld en mijn gebit volledig onderzocht hebben. Na dat hij zijn onderzoek had voltooid, gaf hij mij een vlugge kus op mijn wang en beloonde mij met een “uitmuntend” We werden onmiddellijk hartsvrienden. Hij stond ons toe zijn zachte dubbele vacht aan te raken en zijn perfect aangezette staart, die over zijn rug krulde, te bewonderen. Dit was geen hond die ooit zijn staart zou laten hangen voor vreemdelingen of zenuwachtig zou zijn in de showring . Dit werd de hond van mijn dromen, voor de rest van mijn leven, een verwante geest en een echte kameraad. Het was een zwaar hart en een lichte beurs toen ik afscheid van hem nam. Zijn fokker en ik waren het erover eens dat hij nog te jong was om zijn moeder en zijn vier andere nestmaatjes te verlaten. Een moeder Shiba onderricht en traint haar kroost goed. Het is belangrijk voor de gedragsontwikkeling en de psyche van de Shiba dat de jongen vroeg de rangorde binnen de groep weten. Er zit nog iets nogal primitiefs en oorspronkelijks in de Shiba, dat hem een waardigheid geeft die veel groter is dan zijn lichamelijke grootte. Het is een moeilijk te beschrijven eigenschap die nog niet door de menselijke tussenkomst is verdwenen. Een Shiba denkt dat hij gelijk is aan de mensen en weet de krachten en de zwakheden van zijn eigenaar snel in te schatten, zodat hij zich weet aan te passen met een hartstochtelijke toewijding en intense loyaliteit, hetgeen niet noodzakelijkerwijs inhoudt dat zijn gedrag afstamt van gehoorzaamheidstraining.

Als gevolg van deze emotie valt de Shiba ten prooi aan dezelfde primitieve trekken waar mannen ook voor vallen. De Shiba laat ook snel zijn verontwaardiging blijken als hij jaloers is, te weinig aandacht krijgt of zijn voedsel of genegenheid met anderen moet delen. Hij kan reageren met een ongecontroleerde woede-uitbarsting die zijn impulsieve jachtinstinct naar boven brengt en de aandrang om de gegeven situatie, die deze emotie heeft opgeroepen weg te nemen of in de hand te houden.

Zijn taak:


Op veerwild jagen zoals de Yamadori - een soort bergfazant - maar ook op hazen, vossen, dassen en reeën.

En ondanks zijn kleine formaat denkt men dat hij ook op zwijnen en beren jaagde. Daar hij de enige hond in die streek was, bleef deze waardevolle kameraad raszuiver.

Zo gingen er eeuwen overheen waarin de Shiba weliswaar geen veranderingen onderging, maar omdat hij zo slim en behendig was, zijn z’n jachttechnieken voortdurend verbeterd.

De mensen waren hem heel trouw. Er waren mensen die als hun Shiba doodging meteen weer een andere namen en zo meerdere Shiba’s hebben gehad.

Van generatie op generatie bleven de mensen aan deze hond gehecht. Hoewel de hond geen belangrijke rol speelt in de traditionele Japanse beschaving, vormde de Shiba daar wel een onderdeel van dat angstvallig beschermd werd

Oorlogsslachtoffer.


1910–1920: De Japanners beginnen zich voor de kynologie te interesseren. Ze inventariseren hun rassen, en proberen die te behouden. Men ziet in dat ze tot het nationale erfgoed behoren en in 1936 wordt besloten de Shiba officieel te gaan beschermen. Het werd tijd! De tweede wereldoorlog breekt uit en richt grote schade aan onder de honden populatie. Aan het einde van het conflict is het ras bijna uitgestorven. Kynologen nemen een zware taak op zich: ze gaan naar de meest afgelegen dorpen op het eiland Honshu om overlevenden van het ras te vinden en met de meest raszuivere exemplaren het ras te herstellen. De operatie slaagt!

Tegenwoordig is de Shiba een van de populairste gezelschap honden in Japan. In meerdere aantallen komt hij zelfs in Frankrijk en Engeland voor en nu is hij ook doorgebroken in de Verenigde Staten en Europa.

Een kleinehond met veel Sprit


De Shiba al op jonge en oudere leeftijd zeer actief.


 

Het ligt in zijn aard dat hij wat afwezig is. Als u hem meeneemt de vrije natuur in om te rennen, wordt hij natuurlijk weer een echte hond een sportieveling, een bonk spieren. Dan herinnert hij zich weer de tijd waarin hij jaagde hoog in de bergen van Japan, en bij de minste geur van veer- of haarwild, begint hij te beven van ongeduld. Hij houdt vooral van wandeltochten in de bossen. U kunt hem loslaten: in principe loopt hij niet weg, maar zorg er niettemin wel voor dat u er zeker van bent dat hij komt als u roept. Met een onafhankelijke aard zoals de zijne weet je het maar nooit. Wanneer de Shiba eenmaal terug is in de huiselijke haard, lijkt hij het gerief van een knus interieur op prijs te stellen. Hij is geen lomperik, maar juist fijngevoelig. De zachtheid van een kussen of tapijt, de warmte van een houtvuur en/of gedempt lamplicht, hij vindt het heerlijk.

Zijn voeding.


 

De Shiba is allesbehalve een holle bolle Gijs. Hij stort zich niet op zijn etensbak en eet met mate. Een hond van rond de twaalf kilo heeft elke dag een gevarieerde voeding nodig, aangevuld met vitamines. Twee tot drie keer per week vlees, vis of orgaanvlees en een hardgekookt ei mogen gerust op het menu van de Shiba staan. Als uw beschermeling veel lichaamsbeweging krijgt vergroot u de porties. Geef hem gerust droogvoer, dat zoveel praktischer en goedkoper is. Maar als u eenmaal een bepaalde lijn in zijn voeding heeft gebracht, wijk daar dan niet meer van af. Als hij op een flat woont, heeft hij het mogelijk warm en kan hij uitdrogen: Zorg dat hij altijd vers water in overvloed heeft!

Zijn gezondheid.


 

Zijn uiterlijk doet denken aan de primitieve honden, en hij is net zo stevig als zij. De Shiba kent geen enkel speciaal gezondheid probleem. Als hij het koud begint te krijgen, wordt zijn vacht twee keer zo dik om hem te beschermen. Hij kan dus buiten leven zonder bang te zijn voor slecht weer. Hij heeft een korte, harde en dichte, dikke dekvacht, die niet bijgehouden hoeft te worden. Maar u moet hem regelmatig borstelen om het dode haar weg te halen en de vacht volumineus te houden. Maak zijn ogen en oren schoon, knip zijn nagels, poets zijn tanden... Hij zal stralen. De Shiba is niet jaloers van aard, en hij houdt van zijn naasten, zowel van mensen als van honden. U kunt hem rustig laten samenleven met een hond die niet tot zijn ras behoort. Hij heeft niets van een verstokte kluizenaar. Hij speelt zichtbaar graag vooral met pups en ongebonden. Maar pas op met reuen bij elkaar. Dat kan nogal eens flink uit de hand lopen.

Goed opvoeden

Opvoeding: kennis vereist


Ben jij een leider? Alleen als leider zal je in staat zijn een hond van dit ras succesvol op te voeden. Dit zelfstandige ras geeft niet graag toe en zal zichzelf als beste roedelleider zien, tenzij jij het tegendeel bewijst. Voor de opvoeding van een Shiba Inu is dus veel inlevingsvermogen, ervaring, liefdevolle consequentie en vooral geduld nodig. Onzekerheden, inconsistenties of een grove behandeling worden onthouden door de Shiba Inu. Bij dergelijk misplaatst gedrag zal de hond zich niet willen onderwerpen. Dan komt het uitgesproken dominante gedrag van het ras naar voren. Wie aan de hoge eisen voldoet en zijn Shiba Inu duidelijk leiding kan geven, zal bijna geen problemen bij de opvoeding hebben.

Voor het ras is een intensieve inprenting en socialisatie tijdens de puppytijd en puberteit erg belangrijk. Anders loop je het risico dat ze later onhandelbaar richting andere honden worden. Door het sterke jachtinstinct is loslopen niet altijd mogelijk. Je moet de hond te allen tijde bij je kunnen roepen. Dit ras moet je daarop trainen.

 

Doen:

 

Enigszins autoritair optreden, voor al in het begin.

Respecteer zijn onafhankelijke aard.

Probeer hem te begrijpen, neem hem zoals hij is, met zijn goede en slechte kanten.



Niet doen:

 

Hem proberen ‘af te richten’: een Shiba richt je niet af, die voed je op.

Gebiedend zijn.

Hem ruw behandelen.

Denken dat hij, omdat hij zo gesloten is, onverschillig is.

U opwinden.

Hem in de vakantie zo maar aan iemand toe vertrouwen.